Prachtige gouden gloed over de appelboomgaard aan de Luijtenweg. Het is lente dus alles in de natuur en gecultiveerde natuur staat aan het begin van het groeiproces. Deze knoppen beginnen al op kleine appeltjes te lijken. *m
maandag 31 mei 2010
jonge mais
Nu kan ik het nog wel erg waarderen. Zo’n veld met die strakke rijtjes jonge mais. Dat strakke lijnenspel heeft wel iets. Maar zo’n jong maisveld groeit helaas door. Nou ja helaas, de boer zal dat met genoegen zien gebeuren. Maar ik vind zo’n meestal nogal uitgestrekt maisveld verschrikkelijk. Niet alleen omdat het zo’n eentonig beeld vormt. Nee, het belemmert vooral het uitzicht naar alle kanten. Waar je eerst kunt genieten van schitterende vergezichten wordt je wereld plotseling een stuk kleiner door zo’n maisveld. Je kunt er ook niet overheen kijken. Een golvend tarweveld is misschien wel net zo eentonig, maar doordat je eroverheen kun kijken blijft de horizon vrij en zie je hoe de wind voor machtig mooie golven zorgt. Dus geef mij op onze hoogvlaktes a.u.b. geen maisvelden. Ik heb trouwens het idee dat het er de laatste jaren ook wel weer wat minder worden. Mooi zo.
Eerlijkheidshalve moet ik nu echter ook meteen toegeven dat ik vorig jaar toch wel een paar keer enorm genoten heb van zo’n maisveld. Maar dat kwam omdat ik een jonge das betrapte die een meter in zo’n veld dacht ongestoord te kunnen peuzelen aan die heerlijke maiskolven. Dassen brengen vooral aan de rand van een maisveld soms behoorlijk wat schade aan. Zal de boer niet blij mee zijn. Maar voor mij kunnen dassen eigenlijk niks verkeerds doen en al zeker niet in die verfoeide mais ! *h
zaterdag 29 mei 2010
zwerf hout
Gisteravond lekker gewandeld door het Schinse landschap. De regen van woensdag had zijn sporen nagelaten. Geen modder, de paden waren gelukkig weer goed opgedroogd maar in het holle weggetje lagen overal kleine ophopingen van takjes, stukjes bast etc. meegesleurd door de waterstromen en achtergelaten op een rustig stukje. Zo kun je op kleine schaal zien wat een kracht water heeft of misschien is er wel een mini-modderstroom ontstaan. Om die vast te leggen was ik dus te laat, maar zie hier alle sporen van zwerf hout bij elkaar. *m
vrijdag 28 mei 2010
holle weg
Holle wegen zijn zo kenmerkend voor ons zuid-Limburgse landschap. Een van de mooiste dat ik ken, is maar een klein, heel smal hol weggetje. Een beetje verstopt, veel wandelaars lopen er zo aan voorbij. En misschien is dat maar goed ook, want zo blijft het Kleine Grachtje, iets speciaals.
Nu is het nog goed begaanbaar, maar het groeit langzaam dicht. Op een morgen ontdek je dan opeens dat er rigoureus gemaaid is. Natuurlijk nodig zodat iedereen er ook doorheen kan lopen, maar toch denk ik dan steeds: jammer.
Bij de kleine dassenburcht halverwege het holle weggetje is het dit jaar erg rustig.
Hij is wel zichtbaar bewoond, maar er zijn geen jonge dasjes. Misschien volgend jaar weer wel.
Vlakbij die dassenburcht woont ook een paartje bosuilen. Als je in de schemering door dit paadje loopt en opeens scheert er zo’n uil over je hoofd dan schrik je wel even. Enkele weken geleden werd ons uilenpaar op klaarlichte dag lastig gevallen door een drietal zwarte kraaien. Met heel veel herrie werd er gevochten. De kraaien gingen ontzettend te keer. Eén uil wist snel te vluchten, maar toen kreeg de ander de volle laag. Ik was al geen liefhebber van zwarte kraaien, maar nu al helemaal niet meer. *h
Nu is het nog goed begaanbaar, maar het groeit langzaam dicht. Op een morgen ontdek je dan opeens dat er rigoureus gemaaid is. Natuurlijk nodig zodat iedereen er ook doorheen kan lopen, maar toch denk ik dan steeds: jammer.
Bij de kleine dassenburcht halverwege het holle weggetje is het dit jaar erg rustig.
Hij is wel zichtbaar bewoond, maar er zijn geen jonge dasjes. Misschien volgend jaar weer wel.
Vlakbij die dassenburcht woont ook een paartje bosuilen. Als je in de schemering door dit paadje loopt en opeens scheert er zo’n uil over je hoofd dan schrik je wel even. Enkele weken geleden werd ons uilenpaar op klaarlichte dag lastig gevallen door een drietal zwarte kraaien. Met heel veel herrie werd er gevochten. De kraaien gingen ontzettend te keer. Eén uil wist snel te vluchten, maar toen kreeg de ander de volle laag. Ik was al geen liefhebber van zwarte kraaien, maar nu al helemaal niet meer. *h
woensdag 26 mei 2010
krabspinnetjes
Dit weekend in de ban geweest van spinnetjes; in huis vind ik ze vreselijk, maar als ze buiten zitten en niet te groot zijn, zijn ze wel interessant. Vooral deze die ik vlakbij elkaar in één van de rozenstruikjes zag zitten. Wat een aparte bouw met die grote voorpoten.
Toch maar even opgezocht en het zijn krabspinnen; deze naam danken ze aan de eerste paar poten die groter zijn en zijdelings uitgestoken worden zoals krabben doen. Dit kun je op de foto’s duidelijk zien. Ze maken geen web maar wel een soort rag om zich aan een bloem te verankeren en ze eten inderdaad insecten.
De meest voorkomende soort in Nederland en België is de gewone kameleonspin (Misumena vatia). Het mannetje heeft een bruine kleur en heeft een lichaamslengte ongeveer 5 mm. Het vrouwtje kan van kleur wisselen tussen wit en geel voor en heeft een lichaamslengte ongeveer 10 mm. Het mannetje is bruin van kleur met een tekening en is de helft van de grote van het vrouwtje.
Ik heb dus eerst een wit vrouwtje en een mannetje samen gevonden.. wie weet wat die van plan waren als ik ze niet had gestoord! De mannetjes draven blijkbaar van bloem tot bloem op zoek naar de veel grotere vrouwtjes. Als hij zijn vrouwtje heeft gevonden, klimt hij over haar hoofd naar de onderkant, en bevrucht haar.
De volgende dag vond ik deze twee gele varianten in de petunia’s die aan 2 bijen aan het peuzelen waren.
Het vrouwtje neemt in principe de kleur van de bloem aan waarin ze zit. Dankzij deze camouflage kunnen ze hun prooi verrassen. De prooien zijn bloembezoekende insecten, Met een snelle beet en de injectie van een voor insecten snelwerkend gif (ongevaarlijk voor de mens) wordt de prooi, vaak groter dan de spin zelf, gedood en vervolgens leeggezogen. Ze kunnen van kleur veranderen tussen geel en witachtig, de kleurverandering van wit naar geel duurt 10 tot 25 dagen en van geel naar wit 6 dagen.
De twee gele spinnen die ik heb gefotografeerd zijn dus vrouwtjes en ik ben heel benieuwd of ze in de witte petunia’s blijven zitten en of ze dan dus in de komende 6 dagen langzaam naar wit verkleuren. *m
Toch maar even opgezocht en het zijn krabspinnen; deze naam danken ze aan de eerste paar poten die groter zijn en zijdelings uitgestoken worden zoals krabben doen. Dit kun je op de foto’s duidelijk zien. Ze maken geen web maar wel een soort rag om zich aan een bloem te verankeren en ze eten inderdaad insecten.
De meest voorkomende soort in Nederland en België is de gewone kameleonspin (Misumena vatia). Het mannetje heeft een bruine kleur en heeft een lichaamslengte ongeveer 5 mm. Het vrouwtje kan van kleur wisselen tussen wit en geel voor en heeft een lichaamslengte ongeveer 10 mm. Het mannetje is bruin van kleur met een tekening en is de helft van de grote van het vrouwtje.
Ik heb dus eerst een wit vrouwtje en een mannetje samen gevonden.. wie weet wat die van plan waren als ik ze niet had gestoord! De mannetjes draven blijkbaar van bloem tot bloem op zoek naar de veel grotere vrouwtjes. Als hij zijn vrouwtje heeft gevonden, klimt hij over haar hoofd naar de onderkant, en bevrucht haar.
De volgende dag vond ik deze twee gele varianten in de petunia’s die aan 2 bijen aan het peuzelen waren.
Het vrouwtje neemt in principe de kleur van de bloem aan waarin ze zit. Dankzij deze camouflage kunnen ze hun prooi verrassen. De prooien zijn bloembezoekende insecten, Met een snelle beet en de injectie van een voor insecten snelwerkend gif (ongevaarlijk voor de mens) wordt de prooi, vaak groter dan de spin zelf, gedood en vervolgens leeggezogen. Ze kunnen van kleur veranderen tussen geel en witachtig, de kleurverandering van wit naar geel duurt 10 tot 25 dagen en van geel naar wit 6 dagen.
De twee gele spinnen die ik heb gefotografeerd zijn dus vrouwtjes en ik ben heel benieuwd of ze in de witte petunia’s blijven zitten en of ze dan dus in de komende 6 dagen langzaam naar wit verkleuren. *m
dinsdag 25 mei 2010
bont bladerdek
Dit bont gekleurde bladerdek heb ik op het pad tussen kasteel Schaloen en Valkenburg gefotografeerd. Het doet bijna herfstachtig aan door de rood-bruine bladeren van de rode beuk. De rode beuk (of purpere beuk zoals hij ookwel wordt genoemd) houdt van kalkachtige grond, dus het is geen wonder dat hij hier op de mergelgrond zo goed gedijt. *m
Schin op Geul
De naam Schin is waarschijnlijk een afleiding van een Germaanse waternaam Schin dat “helder water” betekent en deze naam zou toen aan de Geul gegeven zijn. Het dorp is ontstaan bij een doorwaadbare plaats in de Geul. Naar het schijnt wordt Schin op Geul al vermeld in schenkingsoorkonden in de jaren 847 en 968, hiermee zou Schin op Geul de oudst met name genoemde plek in de gemeente Valkenburg zijn.
Wij wonen hier nu zo’n 5 jaar en genieten enorm van de natuur hier. Als we de straat uitlopen, lopen we zo het mooie afwisselende heuvellandschap in. Graag nemen we je met dit blog mee naar alle mooie dingen die we tegen komen.
Ik schrijf dit blog samen met mijn vader, we schrijven allebei in de ik-vorm, als er achter de text *h staat, dan is de text van mijn vader, staat er *m dan is de text van mij. Veel lees- en kijkplezier. *m
copyright: alle op dit blog gepubliceerde foto's zijn mijn intellectueel eigendom en mogen zonder toestemming niet elders gebruikt worden.
Abonneren op:
Posts (Atom)